Dit is een basisrecept voor een heerlijke Romeinse pizza. De Romeinse pizza is dunner en heeft geen opstaande rand zoals bij de Napolitaanse pizza. Het deeg is wat stugger en kan met een deegroller op dikte worden gebracht.
Maak op een schoon werkblad een berg van de bloem en de tarwegries. Maak in het midden een kuil van +/- 20 cm doorsnede. Doe hier het water, de suiker en het gist in. Verdeel het zout aan de buitenrand van de berg. Roer het water met een vork rond langs de rand van het meel, zodat dit zich met het water vermengd, langzaam ontstaat er een dikke pap. Langzaam aan wordt dit het deeg. Als roeren met de vork niet meer lukt, kneed dan met je handen het resterende meel tot een mooi deeg.
Kneed deze massa minimaal 10 minuten door totdat er een glad en elastisch deeg ontstaat. Mocht dit nog te nat en plakkerig aan voelen, bestuif dan met wat bloem. Het goed doorkneden van het deeg is belangrijk voor het eindresultaat.
Leg de deegbol in een schaal en bestuif de bol met wat bloem. Dek de schaal af met huishoudfolie en leg er een theedoek over. Laat dit 15 tot 45 minuten rijzen. Zet de schaal in een oven van +/- 30 tot 35 graden. Dit is de ideale temperatuur om het deeg goed te laten rijzen. Verdeel het deeg in gelijke bollen. Bestrooi het werkblad met wat bloem en rol elke bol dun (0,5 cm) uit.
Bak de pizza's in een voorverwarmde oven af op 250 graden of hoger (gasovenstand 9). Nog lekkerder worden ze als je ze bakt op een pizzasteen (Chamotte tegels) bij een zo hoog mogelijke temperatuur.
De pizza's zijn te voorzien van verschillende soorten topping zoals: Vlees, vis, kaas of vegetarisch.